Glutenvrij dieet

Het levenslang volgen van een strikt glutenvrij dieet is de enige wetenschappelijk onderbouwde behandeling voor coeliakie. Een product mag glutenvrij heten wanneer dit minder dan 20 milligram gluten per kilogram product (20 ppm, parts per million) bevat. De maximaal toelaatbare hoeveelheid gluten verschilt per individu. Het kan zijn dat uw cliënt geen klachten krijgt van een bepaalde hoeveelheid gluten, maar er toch  beschadigingen optreden in het darmslijmvlies. Daarom wordt elke cliënt aanbevolen om het glutenvrije dieet zo nauwkeurig mogelijk aan te houden.

Het glutenvrije dieet moet levenslang strikt gevolgd worden. Hierdoor kan het darmslijmvlies zich herstellen en zullen de klachten verdwijnen. Het kan enkele maanden tot jaren duren voordat het darmslijmvlies volledig is hersteld. Sommige klachten, zoals vermoeidheid, kunnen mede hierdoor lang blijven bestaan.

Het glutenvrije dieet is een ingrijpend dieet, daarom is een goede motivatie belangrijk om het dieet trouw te blijven. Uitleg over ziektebeeld, het glutenvrije dieet en de sociale gevolgen ervan kunnen de cliënt hierbij helpen. Onderwerpen die onder andere tijdens de consulten aan bod moeten komen zijn:

  • pathofysiologie;
  • praktische informatie over etikettering;
  • kruisbesmetting;
  • aanbod van glutenvrije producten (prijzen, verkooppunten);  
  • sociale consequenties (uit eten, overblijven op school, vakanties, zie praktische tips;
  • lidmaatschap van de Nederlandse Coeliakie Vereniging.

Wat is gluten?
Gluten is een eiwit, dat voorkomt in tarwe (spelt en khorasantarwe), rogge en gerst. Gluten is aanwezig in alle producten waarin deze graansoorten verwerkt zijn, zoals in brood(producten), gebak, pizza en deegwaren, maar ook in bijvoorbeeld soepen en sauzen.

Waar zit geen gluten in?
Er zijn verschillende producten die van nature geen gluten bevatten. Van nature glutenvrije granen zijn: rijst, mais, boekweit, haver, amarant (kiwicha), gierst, sorghum, teff en quinoa. Ook zijn er bindmiddelen die van nature glutenvrij zijn, zoals aardappelzetmeel , maismeel (maizena)*, tapioca (cassave), arrowroot (pijlwortel), agar-agar (E406), guarpitmeel of guargom (E412), johannesbroodpitmeel (E410), gelatine (E485), kastanjemeel, pectine (E440), sago en xantaangom (E415).

Daarnaast zijn de volgende alledaagse producten glutenvrij: aardappelen, ei, cacao, fruit, groente, honing, kaas, koffie, naturel melk(producten), noten, olie, onbewerkt (dus zonder paneer- of meellaagje en niet gemarineerd) gevogelte, schaal- en schelpdieren, vlees, vis, peulvruchten (zoals bruine en witte bonen, kapucijners, linzen en sojabonen), pinda’s, pitten, roomboter, suiker, thee (kruiden-/granenthee kan wel gluten bevatten), verse en gedroogde kruiden en specerijen en zaden.

Belangrijk: Let op kruisbesmetting
Voor alle bovenstaande producten geldt dat indien een bewerking plaatsvindt, zoals het pletten(vlokken) of malen(meel) van producten, verontreiniging met gluten plaats kan vinden. Gebruik deze producten daarom bij voorkeur alleen als er glutenvrij op het etiket staat.

Waar zitten wel gluten in?
In de volgende gangbare producten zit vrijwel altijd gluten: brood(producten), koek, gebak, muesli, cruesli, paneermeel, pizza, deegwaren (pasta) zoals vermicelli, macaroni, spaghetti, mie en bami. Daarnaast kan gluten als ingrediënt gebruikt zijn in: vlees(waren), nagerechten, kant-en-klaargerechten, bouillon, soepen, sauzen, snacks (kroketten, frikadellen etc), snoep, drop, chocolade. Het is dan ook belangrijk dat de cliënt met coeliakie leert om gluten te herkennen op het etiket. Voor meer informatie over de ingrediëntendeclaratie, allergenendeclaratie en glutenvrije dieetproducten: zie wetten en etiketten

Een volwaardig glutenvrij dieet
Een volwaardig voedingspatroon is goed te realiseren met het glutenvrije dieet. In het dieet moet extra aandacht worden besteed aan voldoende voedingsvezels, jodium, ijzer, vitamine B1, foliumzuur en calcium. Suppletie is alleen nodig bij een onvolwaardige voeding en bij aangetoonde deficiënties.

Lactose-beperking
Bij aanhoudende diarree wordt aangeraden een lactosebeperking te overwegen en een (tijdelijk) lactosebeperkt dieet voor te schrijven.

Rol van de diëtist
De diëtist heeft een belangrijke taak in de begeleiding van de patiënt met coeliakie, omdat de dieetbehandeling de enige effectieve therapie is voor coeliakie. Naast belangrijke onderwerpen zoals de pathofysiologie, etiketten lezen en kruisbesmetting is het goed om aan te sluiten bij de belevingswereld van de patiënt. Welke adviezen heeft deze persoon op dat moment nodig? En welke hindernissen staan een goede uitvoering van het dieet in de weg? Daarnaast is het goed om eventuele boosheid of emoties te bespreken die komen kijken bij een strikt glutenvrij dieet. Het is voor cliënten vaak lastig om anders te zijn dan anderen of om mensen om hulp/informatie te vragen. Ook kunnen er onduidelijkheden bestaan betreffende het dieet. Mag glutenvrij tarwezetmeel nu wel of niet? En hoe zit het met aroma’s? Het is goed om hier als diëtist op in te spelen.

Het aantal consulten bij de diëtist ligt ongeveer tussen de drie en vijf keer na het stellen van de diagnose; daarna is het raadzaam eens per één à twee jaar te kijken of het voedingspatroon volwaardig is. Bij kinderen kan elke nieuwe levensfase nieuwe vragen en situaties met zich meebrengen. Extra consulten zijn dan aan te raden.

Kinderen
In de leeftijdsgroep peuters en kleuters is het belangrijk om met name de ouders/verzorgers te informeren en aan te sluiten bij hun belevingswereld. Zij zijn na een spannende periode vaak zeer gemotiveerd alles te doen voor het herstel van hun kind of juist erg verrast door de diagnose en het dieet. Het kan ook zijn dat ze slechts zien wat ze hun kind in de toekomst allemaal moet gaan ontzeggen. Over het algemeen werken kinderen goed mee en kunnen ze goed met het glutenvrije dieet omgaan. Soms onthoudt een kind ná de diagnose nog de onaangename ervaring die het met eten had in de vorm van een voedselaversie. Goed overleg tussen ouders, diëtist, kinderarts en eventueel kinderpsycholoog hierover is dan belangrijk.

Verder is het van belang om de omgeving van het kind goed te informeren, zoals peuterspeelzaal, kinderdagverblijf, buren, ouders van vriendjes en vriendinnetjes en medewerkers op school (leerkrachten en overblijfmoeders). Belangrijk is om vooral de aandacht te blijven richten op de mogelijkheden en in oplossingen te (leren) denken. Per ouder verschilt het hoe de vader en/of moeder dit aanpakt en prettig vindt om de informatie over te brengen, zowel mondeling als schriftelijk is mogelijk.

Naarmate het kind ouder wordt, krijgt en neemt het een grotere rol en verantwoordelijkheid in de keuze van voeding en neemt zijn begrip toe over wat wel en niet kan. Kinderen kunnen dan zelf een rol spelen in het informeren van de omgeving door bijvoorbeeld een spreekbeurt te houden op school. Ervaringen en tips staan regelmatig in het magazine ‘Glutenvrij’, het kwartaalblad van de Nederlandse Coeliakie Vereniging en op de website: www.glutenvrij.nl.

Let bij kinderen ook op de hoeveelheid rijst(producten) die worden geconsumeerd, omdat veel glutenvrije dieetproducten zoals brood of koekjes van rijstmeel zijn gemaakt. Het voedingscentrum adviseert om niet dagelijks rijst of rijstproducten aan kinderen te geven in verband met de hoeveelheid arseen in rijst.

Pubers
Pubers zetten zich graag af tegen volwassenen. Ook het niet anders willen zijn dan anderen staat bij hen centraal. Het is goed met de puber in gesprek te blijven, te blijven informeren en begrip te tonen. Een gesprek met arts, diëtist en/of psycholoog kan een rol spelen bij het gevoel om als volwassene behandeld te worden. Ook hier is het wederom belangrijk aan te sluiten bij de vraag naar informatie en/of de valkuilen om het glutenvrije dieet goed te volgen.

Behandeling Dermatitis Herpetiformis (DH)
Wanneer de huidafwijking DH gepaard gaat met de klinische klachten van coeliakie wordt geadviseerd na een dunnedarmbiopsie een strikt glutenvrij dieet te volgen naast de medicatie (Dapson). Genezing van de huidafwijking kan maanden tot 1 à 2 jaar duren. Daarna kan in sommige gevallen de medicatie gestopt worden en blijft alleen het glutenvrije dieet als behandeling over.

Jodiumbeperking
Uit onderzoek blijkt het niet nodig te zijn om standaard een jodiumbeperking te adviseren. Wanneer de verwijzende specialist dit wel adviseert, is het belangrijk de schildklierfunctie regelmatig te controleren.