Coeliakie

Coeliakie (spreek uit als: seu-lia-kie) is een immuungemedieerde systeemziekte waarbij het lichaam auto-antistoffen aanmaakt na blootstelling aan gluten. Gluten zorgen bij mensen met coeliakie voor een (sub)totale vlokatrofie in de dunne darm (met name het duodenum).  Daarnaast kunnen ook andere organen aangetast worden, waardoor het klachtenpatroon erg uiteenlopend kan zijn. Naast maag-darmklachten en klachten door malabsorptie kunnen ook extra-intestinale klachten optreden(1).

Klachten
De klachten die een cliënt met coeliakie kan hebben voordat hij met zijn dieet start zijn heel divers. Vaak hebben cliënten één of meerdere klachten. Deze kunnen worden veroorzaakt door een gestoorde darmwerking en een verminderde opname van voedingsstoffen. Coeliakie kan echter ook zonder klachten gepaard gaan.

Klachten die kunnen voorkomen

  • Groeiachterstand, gewichtsverlies;
  • Spierslapte, oedeem;
  • Anemie op basis van een tekort aan ijzer of vitamine B11;
  • Vitamine- en mineralendeficiënties (denk hierbij aan calcium, vitamine B11, B12 en D)
  • Afwijkend ontlastingspatroon: diarree, obstipatie, steatorroe;
  • Braken, verminderde eetlust;
  • Opgezette buik, winderigheid;
  • Botontkalking;
  • Lusteloosheid, slaperigheid, stemmingswisselingen
  • Vermoeidheid;
  • Grote eetlust;
  • Misselijkheid;
  • Buikpijn;
  • Droge schilferige huid
  • Aften in de mond, tandglazuurafwijkingen;
  • Vertraagde puberteit, menstruatiestoornissen;
  • Neurologische klachten;
  • Psychische klachten;
  • Achterblijvende (school)prestaties.

Indien het glutenvrij dieet goed wordt gevolgd verminderen c.q. verdwijnen de klachten na enkele maanden tot jaren. Het glutenvrij dieet moet levenslang worden gevolgd. Elke keer dat er gluten gegeten wordt, beschadigt het darmslijmvlies opnieuw en kunnen er zich klachten voordoen. Ook kan het zijn dat de cliënt geen symptomen ervaart na het consumeren van glutenbevattende producten. Toch zijn er aanwijzingen dat het darmslijmvlies ook bij deze groep cliënten aangetast wordt na het consumeren van gluten.

Prevalentie en incidentie
Het aantal gediagnosticeerde volwassenen met coeliakie is in Nederland met 0,016% het laagst van Europa, terwijl het aantal mensen met niet herkende coeliakie in Nederland (1:275) vergelijkbaar is met het aantal in andere Europese landen. Een recente cross-sectionele studie uit Nederland (2014) laat zien dat de incidentie van coeliakie toenam van 2.72 (betrouwbaarheidsinterval 2.46 – 2.99) per 100.000 in 1995 naar 6.65 (betrouwbaarheidsinterval 6.27 – 7.06) per 100.000 inwoners in 2010. Deze studie concludeert dat de incidentie van gediagnosticeerde coeliakie tussen 1995 en 2010 in Nederland is verdriedubbeld(2).

Risicoprofiel
Coeliakie komt vooral voor bij blanke mensen. Vrouwen hebben twee tot driemaal zoveel kans op het krijgen van coeliakie dan mannen. Er is een verhoogde kans op het ontstaan van coeliakie van vijf tot tien procent bij eerstegraads familieleden van cliënten met coeliakie. Daarnaast komt coeliakie vaker voor bij mensen met het syndroom van Down, met diabetes mellitus type 1, selectieve IgA-deficiëntie, artritis, auto-immuunthyroïditis en auto-immuunhepatitis.

Dermatitis herpetiformis
Dermatitis herpetiformis, ook wel de ziekte van Duhring genoemd, is een huidaandoening. Bijna alle cliënten met dermatitis herpetiformis hebben afwijkingen aan de darmmucosa passend bij coeliakie, maar mogelijk in minder ernstige mate dan bij wie coeliakie is gediagnosticeerd. Ook voor deze cliënten is het zinvol een glutenvrij dieet te volgen.

Bronvermelding:
1. Bastiani, W.F. (2014). Dieetbehandelingsrichtlijn 10: Coeliakie/dermatitis herpetiformis.
2. Burger, J. P., Roovers, E. A., Drenth, J. P., Meijer, J. W., & Wahab, P. J. (2014). Rising incidence of celiac disease in the Netherlands; an analysis of temporal trends from 1995 to 2010. Scandinavian journal of gastroenterology, 49(8), 933-941.